'Lichtdorp' Conil de la Frontera

Conil de la Frontera* is een visserdorp in de provincie Cádiz, tussen Vejer de la Frontera en Chiclana de la Frontera, met een geschiedenis die terugloopt tot de Feniciërs en waar de Middeleeuwse aanwezigheid van de Moren nog merkbaar is. Het ligt op 43 km van de hoofdstad >>Cádiz en hoewel de visserij, en ook de veeteelt, de afgelopen 20 jaar enorm is afgenomen, is de tonijnvangst er naast het toerisme nog altijd de belangrijkste inkomstenbron.

De aantrekkingskracht, die Conil voor het buitenlands toerisme heeft, is vooral te danken aan het feit dat er meer dan 3200 uur zon per jaar zijn. Daarom is het niet zo vreemd dat deze kust de 'Costa de la Luz' genoemd wordt. Er staat wel vaak wind, de zg. 'Poniente' (een koele wind, die uit zee komt) en de zg. 'Levante' (die van het land komt en dus een stuk warmer kan zijn). De 16 km aan stranden kunnen soms opeens ook veranderen in zandstormen. Het voordeel is dat er dan wel erg goed ge(wind)surft kan worden.

Een korte geschiedenis van Conil
Conil werd gesticht door de Feniciërs, maar in Romeinse tijd kreeg het een bapaald belang omdat het aan de zg. 'Via Hercules' lag, een weg die van Málaga naar Cádiz liep. Na de val van het Romeinse Rijk werd het geplunderd door de Visigoten en de Vandalen. Na 711 viel het in Moorse handen.

In 1299, na de herovering door de Christenen, schonk koning Ferdinand IV het dorp aan Alonso Pérez de Guzmán om het te herbevolken en te verdedigen tegen hernieuwde Moorse aanvallen. In die periode heette het dorp Torre de Guzmán, dankzij een verdedigingstoren die werd opgericht en die er nog altijd te bewonderen is.

Na twisten tussen adellijke families in de 15de eeuw bloeide Conil dankzij de visnettenproductie op en kwam het in de 17de eeuw economisch gezien op een zeer hoog niveau te staan. Na de 17de eeuw viel de visnettenproductie wat weg, maar kwam daarentegen de veeteelt en landbouw sterk op. Begin 20ste eeuw kwam het eerste toerisme op, allereerst van bemiddelde families uit Sevilla en later, rond de jaren 60, van de buitenlands toerist.

Bezienswaardigheden:
- Stranden: La Fontanilla, Fuente del Gallo, Playa del Roqueo, Playa de los Bateles, Playa del Chorrillo en la Playa del Puntalejo.
- Cabo Roche (een kaap waar de mooiste zonsondergangen te zien en drie'calas' -intieme kleine stranden- te vinden zijn: Cala del Aceite, Cala de Quinto en Cala de Camacho. Honden worden er oogluikend toegestaan.
- Parroquia de Santa Catalina de Alejandria (parrochie gewijd aan deze heilige).
- De Vissershaven.
- La Chanca (zie foto hiernaast).
- Ermita del Espíritu Santo (hermitage gebouwd eind 16de eeuw).
- Iglesia Mayor de Santa Catalina (kerk uit de 15de eeuw, verschillende malen gerestaureerd en opnieuw opgebouwd).
- Torres Almenaras de la Costa (geïsoleerde torens uit de 16de eeuw).
- Torre de Guzmán: (de eerste toren gebouwd door Alonso Pérez de Guzmán, of Guzmán el bueno).
- Puerta de la Villa (de oude stadspoort waar de weg naar Vejer begint, gebouwd in 1502).
- Museo de Raíces Conileñas (museum met traditionele voorwerpen en kleding uit Conil).
- Ermita de Nuestra Señora María Auxiliadora (hermitage gebouwd in 1931 en gerestaureerd in 2006).
- Iglesia y Hospicio de la Misericordia (kerk gebouwd in 1779).
- El Baluarte (resten van de oude stadsmuur).
In de buurt:
- Vejer de la Frontera.
- Baelo Claudio (ruïnes van een Romeinse villa, gesticht in de eerste eeuw na Christus op een plek waar eerder een Fenicisch-Punische nederzetting was -vlakbij het plaatsje Bolonia. Hier was een belangrijke industrie van gezouten vis, vooral van tonijn, dat naar andere delen van het Romeinse Rijk werd verscheept).
- Kaap, stranden en vuurtoren van Trafalgar. (bij de kaap van Trafalgar was de beroemde slag met dezelfde naam (1805), waar de vloot van Napoleon door de Engelse viceadmiraal Nelson (1758-1805) werd verslagen. De laatste liet daarbij het leven).

Gastronomie
Typische gerechten, die in Conil gegeten kunnen worden, zijn:
- Pescaíto frito (gevariëerde gefrituurde vis, in heel Andalusië populair)
- Rosquetes de Semana Santa (foto hiernaast; >>zie recept)
- Dorada a la espalda** (gebakken goudbaars)
- Dorada a la sal** (ovengerecht van goudbaars onder een dikke zoutlaag gebakken)
- Calamar de Conil (pijlinksvis)
- Atún a la plancha o encebollado (tonijngerecht, van de bakplaat of met gebakken ui)
- Gazpacho caliente (>>warme gazpacho)
- Sopa de tomate (tomatensoep)
- Patatas y zanahorias aliñadas (salade van aardappelen en peen).
- Mojama (gedroogde tonijn).
- Barriga de atún (spek van de buik van de tonijn).
- Papas con moscas (letterlijk 'Aardappelen met vliegen'; >>groentengerecht)
- Sopa de tomate y hierbabuena (>>Tomatensoep met pepermunt)

Accomodaties
Hoewel Conil maar een klein dorp is, is er toch een enorme keuze aan plekken om te overnachten, van hotels en appartementen tot vakantiehuizen en pensions. Er zijn daarbij meer dan 350 bars, restaurants en cafe's te vinden.

* De bijvoeging 'de la Frontera' komt in deze omgeving veel voor (zie: Jérez de la Frontera, Vejer de la Frontera, Chiclana de la Frontera...), wat te maken heeft met dat er in de Middeleeuwen grenzen waren tussen heroverd Christelijk gebied en waar de Moren nog heersten.
** Deze zelfde gerechten worden in Conil ook met een andere vergelijkbare vissoort bereid, nl. de zg. 'Bocinegra'.