Ronda, in tweeën gesplitst

Het Andalusische stadje Ronda ligt in de 'Serranía de Ronda' in de provincie Málaga, tussen de Sierra de Grazalema (Gebergte van Grazalema) en de Sierra de las Nieves (Gebergte van de sneeuw), zo'n vijftig kilometer verwijderd van de Costa del Sol op ongeveer 750 meter boven zeeniveau. Het wordt in tweeën gesplitst door de rivier Guadalevín en heeft daardoor een diepe kloof (in het Spaans 'tajo´), waaroverheen de drie bruggen van Ronda zijn gebouwd: 'el Puente Romano' (de Romeinse brug), oftewel 'el Puente San Miguel', 'el Puente Viejo' (de Oude brug), oftewel 'el Puente Arabe', of "Arabische brug") en de beroemde Puente Nuevo (de Nieuwe brug).

Oorsprong
Hoewel er in de omgeving oudere prehistorische resten in de omgeving zijn gevonden (o.a. in de naburige 'Cueva de la Pileta', bij Benaoján), wordt beschouwd dat de oorsprong van Ronda als nederzetting Keltisch is. Later bevolkten ook Feniciërs en Grieken het gebied rond Ronda. De Romeinen noemden het 'Arunda', een naam die te maken heeft met het strategische uitzicht. In die periode was er een bloeiende handel.

Geschiedenis
Tijdens de Moorse overheersing werd Ronda de hoofdstad van één van de 'kuras' (provincies) van Al-Andalus, Takurunna, en later zelfs hoofdstad van het zelfstandige 'taifa' (koninkrijk) van Ronda, gesticht door de Berberse Banu Ifran stam. Een groot aantal belangrijke historische bouwwerken stamt uit deze tijd. In de loop der eeuwen kwam Ronda in handen van de Almohaden dynastie, die er de Arabische baden bouwden. In de periode voor de 'Reconquista' (de herovering van Spanje door de Christenen), maakte Ronda deel uit van de Nasriden dynastie binnen het koninkrijk Granada. Pas in 1485 werd het op de Moren terugveroverd. Vanaf dat moment wordt de stad omgebouwd, wat aan de structuur van de fundamenten is terug te zien. Er werden ook diverse kerken gebouwd.

Bezienswaardigheden
Eén van de belangrijkste kerken van Ronda is de zg. 'Santa Maria la Mayor'. In deze kerk staat het beroemde Mariabeeld van de 'Nuestra Señora de la Paz' (Onze Lieve Vrouwe van de Vrede). Andere kerken zijn de 'Santa Cecilia' en de 'Padre Jesús'. Ook interessant is de Koninklijke Ruiterschool 'Real Maestranza de Caballería', die in 1572 werd opgericht. Hier werden de paarden en ruiters voor het Spaanse leger getraind. Ook is er de 'Plaza de Toros', die in 1784 werd gebouwd. en de oudste nog bestaande stierenvechtenarena van Spanje is. Pedro Romero, een beroemde stierenvechter, die in Ronda werd geboren, vierde er vele van zijn successen. Heden ten dage worden er nog maar vier stierengevechten per jaar gehouden. Verder is het een museum.

De bruggen van Ronda
Maar de meest in het oog springende bouwwerken zijn de drie bruggen over de kloof, die het dorp in tweeën splitst.

De Romeinse brug werd ondanks zijn naam door de Moren gebouwd in de derde eeuw. Hiermee wilde men toegang geven aan het vee naar de rivier, waar het zich slechts 12 meter boven bevindt. Ooit was het ommuurd en had het een toren. De brug heeft slechts één (spits)boog. In de buurt van deze brug bevinden zich het oude Arabische badhuis, oftewel het 'hammam', gebouwd rond de 13de-14de eeuw.

In 1616 werd de Oude brug gebouwd, waarmee een eerder ingestorte Arabische brug werd vervangen.

Met de bouw van de Nieuwe brug werd begonnen in 1759. Dat duurde tot 1793. Onder de brug, die 98 meter hoog is, werd een gevangenis gebouwd. De Oude brug is emblematisch voor de stad en één van de meest gefotografeerde bouwwerken in Spanje. Het is dè trekpleister van Ronda. Het verhaal gaat dat de de bouwer van de brug, Martín de Aldehuela van zijn eigen brug viel toen zijn hoed van het hoofd afwaaide en hij er achteraan ging. Een andere versie zegt dat hij zelfmoord pleegde door van zijn pas voltooide levenswerk te springen. De waarheid is echter dat hij in 1802 in Málaga een natuurlijke dood stierf.

Afbeeldingen:  Uitzicht over de kloof van Ronda, Santa María la Mayor, 'Baños árabes', oftewel 'hammam', de Nieuwe brug.