Excursies rond de hoofdstad

Madrid is een stad, waar toeristen meestal komen om er musea te bezoeken, te winkelen en te genieten van het uitgaansleven. Maar voor wie meer wil is in de omgeving van Madrid ook het één en ander te ondernemen. Hier enkele mogelijkheden voor excursies:

El Hayedo de Montejo 
Het gaat om één van de meest zuidelijk gelegen beukenbossen van Europa, slechts te bezoeken met een reservering. In het dorp Montejo bevindt zich het 'Centro de Recursos de Montaña', waar de reservering bevestigd moet worden. Het bos ligt buiten Montejo, afslag naar El Cardoso, langs de Camping van La Degesilla en over de Poort van El Cardoso. Even voor een brug over de rivier de Jarama bevindt zich de ingang. Het bezoek is onder leiding van een gids. De beste tijd van het jaar is de vroege herfst, vanwege de kleuren. Reserveer >>hier online.

El Escorial 

Het dorp San Lorenzo de El Escorial heeft haar bestaan te danken aan de victorie in San Quintín. Tijdens de euforie daarover besloot Filips II opdracht te geven tot het bouwen van het kloosterpaleis, El Escorial, waaromheen later het dorp is onstaan. De tempel van het klooster werd gewijd op de patroonsdag van de heilige Laurentius (Lorenzo). Het monumentale paleis, met strenge, klassieke lijnen zonder enige ornamentuur, is van de hand van de zeer geprezen architect Juan de Herreros. Binnen is, behalve een museum waarin de belangrijkste collectie van Jeroen Bosch, een mausoleum te vinden, waar bijna alle Spaanse vorsten sinds Filips II liggen, een zeer complete bibliotheek en een basiliek. De bezoekuren zijn van 10 tot 18 uur (van 19 april tot september), de tempel heeft vrije toegang. 


Manzanares El Real 
Manzanares El Real is een herendorp, dat in de tijd van Alfonso X tot kroongebied werd verklaard nadat het jarenlang strijdperk was geweest tussen Madrilenen en Segovianen. Het is vanaf Madrid te bereiken over de M-607 tot Colmenar Viejo, vervolgens de M-609 tot vlak voor Soto El Real en dan de M-608. 

Voordat u Manzanares binnenkomt, ziet u aan uw linkerhand het meer van Santillana, dat een groot deel van Madrid van drinkwater voorziet. Rechts doemen de granieten wanden van het natuurpark 'La Pedriza' op. In de verte zien we dan al het prachtige kasteel-paleis >> van de Mendoza's, een bouwwerk van rond de 15de eeuw, waarin de hofarchitect van die tijd, Juan Guas, zijn hand moet hebben gehad. Het heeft ook duidelijke mudéjar-invloeden, een stijl die de Spaanse christenen hebben overgenomen van de Moren. Elk uur gaat een groep met een gids door het interieur van dit meesterwerk. 

In het dorp zelf komen we snel bij de oude kerk, drager van vele ooievaarsnesten, en bij het dorpsplein met zijn raadshuis, opnieuw opgebouwd in 1954 uit de resten naar de oorspronkelijke 16de eeuwse stijl. 

Buiten Manzanares ligt de ingang van 'La Pedriza', natuurpark dat tegenwoordig onderdeel uitmaakt van het Nationale Park 'Sierra de Guadarrama'. Ga daar naar rechts, langs de manege en na de bocht aan de rechterhand ligt het bezoekerscentrum. De weg leidt vervolgens tussen rotsgebergte en dennenbossen naar beneden tot waar de rivier de Manzanares zeer energiek doorheen stroomt. Een prachtige plek voor picnicks. 

Terugrijdend langs dezelfde weg, is het zeker aan te raden om op de M-609 het oude station van Soto El Real te bezoeken waar tegenwoordig een exclusief restaurant huist.







Zie >>meer foto's van Manzanares El Real

Valle de los Caídos 

Een gigantisch kruis op een rotsmassa, dat als u vanaf de A6 bij afrit 2 op de M600 komt in de verte opdoemt. Dat is de Valle de los Caídos, na de Burgeroorlog ter ere van de omgekomen nationalistische strijders gebouwd. Onder het kruisbeeld is de ingang naar de basiliek, een enorme crypte die door krijgsgevangenen van de overwonnen partij is uitgehakt in de granieten rotsmassa. 

Een brede trap leidt van de brede promenade naar de kerk met boven op het hoofdportaal een zwarte piëta. Er is een Christusbeeld van Zumaya te bezichtigen, alsmede Vlaamse wandtapijten en mozaïeken, die personen uit de Burgeroorlog en heiligen voorstellen. Vlak bij het altaar zijn de graftombes van Franco, die in 1975 stierf, en van Primo de Rivera, de falangistenleider, die in 1936 omkwam. 

Er is een kabelbaantje naar het kruis met reusachtige beelden van de vier Evangelisten. Vanaf dat punt is een fantastich uitzicht over het landschap en de dorpen in de omtrek. Maar het belangrijkste is de prachtige natuur, waarin een rustige plek gevonden kan worden om er de dag prettig door te brengen en eventueel te picnicken.

Sierra de Guadarrama

De Sierra de Guadarrama wordt gevormd door een ononderbroken reeks van bergen, die zich vanuit het zuidwesten in noordoostelijke richting verbreidt en traditioneel de twee 'Castillias' scheidt. Van links naar rechts kan men zeggen dat het gebergte begint bij La Machotas (El Escorial) en eindigt in Somosierra. De afstand is ongeveer 90 km. Het heeft op de kaart gezien de vorm van een boog, die half Madrid noordelijk omcirkelt. 

Het gebergte behoort tot de oudsten van het schiereiland en bestaat voornamelijk uit graniet en gneis. De naam "Guadarrama" is van Arabische afkomst. Het schijnt dat de rivier, die in dit gebergte ontspringt, oorspronkelijk Oued-er-Emel (zandrivier) heette, waarvan de naam "Guadarrama" dus afkomstig is. Later kreeg de rivier de huidige naam "Manzanares". De naam van de heuvel, waar de Manzanares ontspringt, de "Guarramillas", is hier wel nog van te herleiden. Allereerst wat geschiedenis: zo treffen we er diverse resten van wegen, die nog door de Romeinen zijn aangelegd, aan, o.a. bij Dehesas de Cercedilla. 

De brug van Molino is een belangrijk (en nog intact) relikwie uit die tijd. Vooral omdat het nog altijd wordt gebruikt door het verkeer uit en naar het dorp Guadarrama. In het middeleeuwse boekwerk "Libro de la Montería" worden bepaalde goede jachtgebieden, bv. op beren of everzwijnen, in de Sierra de Guadarrama genoemd. Ook de Markies van Santillana, de naamgever van het drinkwatermeer bij Manzanares El Real, heeft over het gebergte zijn pen op papier laten vloeien en een schilder van het kaliber van Diego Velázquez heeft ons beelden -meestal achtergronden bij portretten, zoals La Pedriza bij Filips IV - ervan nagelaten. 

De rivier de Manzanares ontspringt in el Ventisquero de la Condesa in het gedeelte van het eerdergenoemd park 'La Pedriza'. Het meest karakteristieke van 'La Pedriza' zijn ongetwijfeld de grillige rotsformaties -voornamelijk gnei en graniet- die het landschap domineren. Vegetatie lijkt er in een eerste oogopslag zeldzaam, maar is er zeer gevariëerd: kurkbomen, steeneiken, linden, berken, hulst, "madroños" (aardbeibomen), dennen en sparren. Er zijn vele mossoorten en in het najaar is er een veelheid aan schimmels en paddestoelen. Verder kunt u er met wat geluk everzwijnen, vossen, eekhoorns en dassen aantreffen, evenals adders en veelkleurige salamanders en een vrij groot lichtgroen hagedissensoort. Boven kan het u overkomen dat koningsarenden of gieren boven uw hoofd rondcirkelen.

Het is vanzelfsprekend dat de rotsformaties in dit prachtige gebied stof hebben gegeven voor allerlei fantasieën, meestal met een kern van waarheid maar in de loop der tijd verbasterd tot legenden. Zo is de zg. "Cueva de la Mora" de achtergrond van één van de bekendste legenden van La Pedriza. Er wordt nl. verteld dat in deze grot een meisje uit een rijke Moorse familie gevangen gehouden werd, geschaakt door de familieleden van een katholieke jongeman, waar zij verliefd op geworden was. Haar geliefde moet haar echter nimmer zijn komen opzoeken, terwijl zij op hem wachtte. Men beweert dat haar geest nog altijd op gezette tijden rondwaart in een eindeloze speurtocht naar haar verloren liefde. Zoals te verwachten is, was La Pedriza een ideaal gebied voor de praktijk van bandieten. Het moet gemakkelijk zijn geweest om zich te verschuilen bij de poorten van Guadarrama en Somosierra. 

De geschiedenis van Pablo Santos is hier een overblijfsel van. Hij maakte ruzie over de buit, die een ontvoering hem en zijn bende opgeleverd had en werd bij de zg. "los Huertos" gedood door een steen uit een katapult door één van zijn companen, genaamd Isidro el de Torrelodones. Andere bandieten verscholen zich in de zg. "Cancho de los Muertos" met een door hen ontvoerde Madrileense juffer uit rijke familie. Bij afwezigheid van de leider besloten de anderen zich aan haar te vergrijpen. Maar onderwijl keerde de leider terug en besloot na een uiterst vreemde berechting ertoe zijn mannen van een bergwand af te gooien, met als gevolg dat de eerste viel, maar de tweede zich aan de leider vastklampte en hem in zijn val meetrok. 

In het jaar 1839 werden twee zonen van de markies de Gaviria, één van de rijkste mannen van Madrid, die in de Calle de la Hortaleza studeerden, door een als hun koetsier vermomde bandiet naar La Pedriza ontvoerd. De politie wist de gedwongen verblijfsplaats van de kinderen echter te vinden, in de buurt van de "Tolmo". De bandietenleider, Fancisco Villena, werd enige tijd later gearresteerd en terechtgesteld in Madrid. Ook in de vroege Spaanse literatuur wordt melding gemaakt van de Sierra de Guadarrama, zoals in het boek "Libro de la Montería" van koning Alfonso XI (14de eeuw), waarin beweerd wordt dat het een goede plek was voor de jacht op "osos en puercos". 

Ook in het "Libro del Buen Amor. van Arcipreste de Hita" en in "Las Serranillas" van de Markies de Santillana wordt de bergketen genoemd, alsmede in werken van o.a. Cervantes, Tirso de Molina en later Machado, Unamuno... 

De dichter Orfila werd bij het maken van enkelen van zijn verzen geïnspireerd door een rots, genaamd "la Mujer Muerta". Daarin wordt de cycloop Urbus, vader van de kunsten en slijper van deze berglandschappen te berde gebracht: "Con su ciclópea mano de artista/ de Riofrio forzó la puerta/ y en lo más alto de aquella arista/ talló la mujer muerta". 

Alcalá de Henares 
Via de NII richting Zaragoza te bereiken, ligt Alcalá de Henares op 31 km. afstand van Madrid. De stad, met Middeleeuwse stadsmuren, wordt vooral gedomineerd door haar beroemde universiteit, in 1498 door de aartsbisschop van Toledo gesticht. Cisneros was zelf in 1492 de biechtvader van Isabel la Católica. Na de dood van Isabel, in 1504, en de dood van Filips de Schone, in 1506, zette hij zich in voor de opvolging van Ferdinand. Toen deze in 1516 overleed, werd Ciseneros regent, maar de jonge Karel V zou hem ernstig terecht wijzen voor zijn daden. 

In 1540 ontwierp de nog jonge Rodrigo Gil de Hontañón de in 1553 voltooide renaissance-voorgevel. Bij de bouw van het binnenhof, met drie galerijen, is er sprake van de invloed van Herrera. Een ander element, dat alom aanwezig is in Alcalá, is Miguel de Cervantes. 

Op de Plaza Mayor, met aan de westkant arcaden, staat het beeld van hem. De schrijver van El Quijote werd hier nl. in 1547 geboren. In 1955 werd in het centrum van de stad, op de plaats waar hij als kind opgroeide, de Casa Cervantes gebouwd. Even verderop had zijn vader, die arts en aderlater was, een ziekenhuis dat in 1487 werd gesticht. 

In een zijstraat ligt een karmelieten-convent, waar Santa Teresa in 1567 moeder-overste was. Vanaf de Plaza Mayor is overigens een mooi uitzicht op verderop gelegen torens en spitsen, met leien dakpannen bedekt. Zuidelijk liggen de ruïnes van de Santa María, in 1936 aan het eind van de Burgeroorlog verwoest. Daar werd Cervantes in 1547 gedoopt. Hij stierf in hetzelfde jaar als de andere ster van de wereldliteratuur, Shakespeare, in 1616. Andere bezoekerspunten zijn o.a.: de Iglesia Magistral, het Palacio Arzobispal, de San Bernardokerk, etc.

Het zuiden van Madrid 
Vanaf Madrid nemen we de weg ten oosten van de N-IV en vlak voor de afslag naar de M-406 komen we langs een puntige berg, die de Cerro de los Angeles genoemd wordt. Dit wordt beschouwd als het geografische middelpunt van Spanje. Vandaaruit heeft de bezoeker een panoramisch uitzicht over de omgeving. Vervolgens rijden we naar Getafe, waar een in renaissancestijl gebouwde kerk (Iglesia de la Magdalena) te bezoeken is. Binnen hangen schilderijen van o.a. Claudio Coello. We nemen wederom de N-IV en rijden nu naar Pinto, waar het Castillo de los Duques de Frías, beroemd omdat er in de 16de eeuw de prinses van Ebolí, vanwege haar intriges aan het hof van Filips II, gevangen werd gehouden. Als we na Pinto de N-IV nog 6 km. aanhouden en dan de M404 nemen, komen we in Valdemoro, waar in een kleine 16de eeuwse parochiekerk nog meer werk van Claudio Coello en ook van Goya te bezichtigen is. Verdergaand over dezelfde weg bereiken we na 7 km. Ciempozuelos, waar het oude sanatorium een prachtig exemplaar van neo-mudéjararchitectuur is. Ook hier hangt in de parochiekerk een schilderij van Claudio Coello. Ongeveer 19 km. verderop ligt Chinchón, het meest interessante dorp in de omgeving. Het is vooral beroemd vanwege zijn anijslikeuren. Een bezoekje aan de typische Plaza Mayor met drie en vier verdiepingen hoge huizen met houten balkons, waarvandaan in vroeger tijden de stierengevechten op het plein gadegeslagen werden, is zeker de moeite waard. De parochiekerk bezit boven het hoofdaltaar een schilderij van de Hemelvaart, dat toegeschreven wordt aan Goya. Van Chinchón uit nemen we de M-305 en zijn we binnen een half uur in Aranjuez.